woensdag 11 september 2013


Warmoesstraat 5: het huis naast de winkel

In of net voor 1908 kopen Cornelis en Engel Mathilda het winkelhuis in de Warmoesstraat 3. De aankoopakte is helaas verloren gegaan, maar de eerste kleine advertenties in de Texelse Courant dateren van mei 1908.

Beetje deftig…
Warmoesstraat 3 voldeed geheel aan Cornelis’ en Engel Mathilda’s wensen, Het had een winkel aan de straatkant en een achterhuis om in te wonen. In de loop der jaren barstte het winkelhuis echter uit zijn voegen. Het gezin was gegroeid tot negen kinderen en de winkel behoefde voorraad. Toen in 1930 de familie Hin genegen was het naastliggende huis aan Witte te verhuren, zal hij niet lang geaarzeld hebben, ondanks de bijzondere voorwaarden, waarover verderop meer. Het huis zag er netjes, misschien zelfs een beetje deftig uit, met hoge ramen naast een donkergroen geschilderde voordeur.  De stoep was tenminste aan één kant afgeschermd met een halfrond ijzeren hek, en voor de deur stond een fiere boom. De schaduw van zijn takken voorkwam dat meubels en behang in de woonkamer zouden verschieten in de zon[1].  De voormalige woonkamer van het winkelhuis deed voortaan dienst als voorraadruimte. Kees en Martien (Fransz.) weten nog dat Kneelie (tante Corrie) er sokken stopte, in afwachting van clientèle. Boven de winkel sliepen de jongens. De meiden sliepen in het woonhuis. Klinkt logisch…

…maar zonder wc
Straatbeeld uit pakweg 1948. Voor nr 5 is de ijzeren stoep-
afscheiding dan al weg. Door de oorlog?
“Een lange gang,” is wat Kees en Martien Fransz., maar ook Wim, Cees en Jan (Hansz.) zich als eerste herinneren van het woonhuis. Daar hing ook de telefoon, met doorkiesnummer 79. Er was een voorkamer en een achterkamer, gescheiden door schuifdeuren. Voorheen was daar een alkoof met een bedstee. Kees en Martien (Franszn): “De vloer liep er wat af, net als in de winkel.” De huizen waren er licht aflopend gebouwd, met de lagere achterzijde aan de burgwal. In het verlengde van de gang bevond zich de keuken.  In het huis op nr 5 leidde, vanuit de gang, een steile trap naar boven. Zó steil, dat de latere kleinkinderen er niet op mochten. Boven waren twee ruime slaapkamers. Precies boven de voormalige alkoof bevond zich een glazen plaatje dat je kon verwijderen; het diende voor toevoer van frisse lucht in de voormalige bedstee. Willem (Hansz.) moet nog lachen bij de herinnering: “Dat glazen plaatje was voor kinderen – want natuurlijk waren we daar tóch - heel interessant; je kon ongemerkt de kamer inkijken en alles horen wat bij een verjaardag, met alle ooms en tantes in de huiskamer, werd gezegd. Tot Cees er een keer doorheen donderde; toen was het af.” De voorkamer was ingericht met een eettafel, een secretaire en een rooktafel met twee stoelen. Hij werd  gebruikt bij speciale gelegenheden; als de pastoor kwam, bijvoorbeeld. Het gewone leven speelde zich ‘achter’ af. Achter het huis leidden trappetjes naar de verlaging van de burgwal. Vanaf een beun – een houten vlonder – ging je naar beneden en kon je achterom weer in de winkel komen.  In het verste hoekje van de tuin stond een houten gebouwtje- de plee. Eén maal per week kwam de boldootkar langs, waarin de stinkende inhoud van de volle emmers werd geleegd. “Uren later rook je nóg dat hij was langsgekomen,” zeggen getuigen.

Koffie en koek voor de familie Hin
Warmoesstraat 5 was eigendom van Jaap Hin, grootvader van Riet die trouwde met Martien Michielz. uit Den Hoorn “Het huis werd verhuurd onder bepaalde voorwaarden, die los stonden van de huur” vertelt Willem (Hansz). “Op zondagochtend, na de kerk, kwam de familie Hin er koffie drinken mét koek; oma regelde dat. De voorkamer was dan spik en span, en de jongere kinderen waren uit de buurt en stil, tot de familie Hin in hun sjees weer naar de respectievelijke boerderijen vertrok.” Oma nam vanzelfsprekend de vaat voor haar rekening.






[1] Boerenbouwkunst op Texel, 2010, 319