De
hooikistpannen van oma
In
het depot van de Oudheidskamer staan twee hooikistpannen van oma opgeslagen. Tante Gaath had ze al die jaren aan de Hollewal bewaard, "want je weet maar nooit of ze niet weer van pas komen." Haar petekind Wim Hansz heeft ze uiteindelijk aan de Oudheidskamer geschonken.
De
langwerpige, ronde pannen – één klein, één groot – werden elk in een op maat
gemaakte, vierkante houten kist geplaatst. De kist was gevuld met hooi; de pan
paste precies in een ronde uitsparing in het midden. Groente en vlees werden in
een flinke laag water aan de kook gebracht. Daarna werd de pan van het vuur
genomen, met twee klemmetjes hermetisch afgesloten en in de kist geplaatst.
Afgedekt met hooi en het deksel op de kist, broeide het eten in enkele uren
gaar. In plaats van in de hooikist, kon het eten ook garen in een nest van
dekens in de bedstee. Dat had één voordeel als je niet te lang daarna in bed
kroop: warme voeten!
Geen vlees op
vrijdag
De
mannen van het gezin kwamen soms laat op de avond thuis van hun werk en moesten
dan nog warm eten. Dat was geen probleem: in de hooikistpannen onder de
beddenlakens broeide het eten langzaam gaar; wie binnenkwam kon zo opscheppen.
Werd het onverhoopt erg laat, dan hadden vader of zoons soms pech. De kerk verbood
vlees op vrijdag en oma leefde die regel strikt na. Wie op donderdag na middernacht nog wilde
eten, moest het doen met een karige hap: het vlees was uit de pan.